1. Als het kan, moet je 't doen
De vraag die ons meer dan eens gesteld is: waarom? Het is natuurlijk best gek dat je een compleet bedrijf verhuist naar een land in Afrika om vervolgens daar te gaan werken. Maar voor een aantal weken werken op een ander continent is natuurlijk wel het beste teamuitje wat je kunt bedenken. Daarnaast kan Frits door de online dienstverlening gemakkelijk hetzelfde werk verrichten vanaf een andere locatie. Dit was voor ons de basis voor het idee om met z'n allen naar het buitenland te gaan. De zon was daarbij ook geen slechte bijkomstigheid. En zo zaten we dan opeens in Dakar!
2. Internet, stroom en een paar meubels is alles wat je nodig hebt
Wij werken volledig online, waardoor we gemakkelijk op afstand ons ding kunnen doen. Dat geldt dus niet alleen voor als je met je laptop in de trein zit of in een koffietent, maar ook in een budgethotel in Dakar. Fijn om te weten, het opent nogal wat mogelijkheden.
De internetverbinding goed opzetten ging alleen niet vanzelf. Thomas en Joost hadden 3 backup-opties voorbereid, waarvan het werken over 4G het best bleek te werken. 4G-bereik in Dakar was erg goed; wat we van tevoren ook hadden gemeten en onderzocht. Simkaarten met internet-tegoed zijn goedkoop en op elke hoek van de straat te kopen, erg handig!
3. Vrijwilligerswerk is niet even langskomen en oplossen
Zonnepanelen op het dak van een ziekenhuis werkend krijgen, en een waterput installeren. Dat waren de belangrijkste taken die we onszelf hadden opgelegd om voor elkaar te krijgen. Om het vrijwilligerswerk zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, werden er in Amsterdam al 'Team Waterput' en 'Team Zonnepaneel' opgesteld. Van te voren hadden we gereedschap ingeslagen, van schroevendraaiers tot multimeters, alles ging mee in de koffer.
Toch zie je als je aankomt dat je niet voor alles kunt voorbereiden. De organisatie van de school bleek al maanden bezig met de waterput. Om het goed te doen moet een aantal dingen kloppen: een elektrische pomp, met stroomaansluiting of stroom via zonnepanelen, met een tank op 't dak, met leidingen naar het sanitair. En al het geld moet er zijn. In een weekend is dat niet allemaal te doen. We hebben toen afgesproken dat we op de lange termijn meehelpen door de benodigde stroom voor de komende jaren te betalen.
4. Je leert je collega's goed kennen
Drie weken met elkaar op pad, dat is natuurlijk anders dan werken op kantoor in Amsterdam. Waar je normaal gesproken na de werkdag naar huis gaat, is dat nu anders. Sterker nog, je bent dag en nacht met elkaar. Het begon 's ochtends rond zes uur Afrikaanse tijd, wanneer de wekker (de moskee) ging. Vlak daarna sprong iedereen onder de douche en werd er ontbijt gehaald. Croissants en chocoladebroodjes werden vanachter de laptop opgegeten om onszelf op te laden voor de werkdag, die twee uurtjes eerder dan normaal begon vanwege tijdsverschil. Gelukkig was er koffie! Het werken eindigde om 16:00, waardoor er aan het eind van de dag tijd overbleef om samen leuke dingen te doen. Zo leer je je collega's beter kennen! Je praat met elkaar eens over andere dingen dan op kantoor en collega's waar je normaal minder mee samenwerkt leer je beter kennen. We hebben gemerkt dat we in de periode daar ontzettend veel voor elkaar hebben gekregen. Dit kwam voornamelijk doordat we ook 's avonds, als de werkdag erop zat, onder het genot van een drankje over dingen brainstormden en zo weer inspiratie opdeden. Daarnaast schept samen veel ondernemen een band, iets waar we als we terug zijn op kunnen bouwen.
5. Dakar is een geweldige stad
Het was natuurlijk even afwachten, hoe zou alles in Senegal gaan? Zouden we ons er een beetje thuis kunnen voelen en belangrijker nog: zouden we goed kunnen werken daar? Eenmaal aangekomen was dat wel gauw duidelijk. Dakar is een fijne stad en ons hotel hadden we gekozen in een prima zakenwijk. We haalden dagelijks onze verse lunch op Marché Kermel om de hoek. Vlakbij was ook het strand, waar we na de werkdag lekker konden afkoelen. Op het strand werden we veel aangesproken door vriendelijke lokale bewoners die graag een praatje maakten en mee wilden frisbeëen. Na het strandbezoek zochten we vaak een leuk tentje op om te eten. Elke avond was het weer een verrassing wat we op ons bord zouden krijgen. Favoriet was toch wel dibi, een traditioneel Senegalees lamsgerecht. In het weekend zijn we een paar keer naar concerten gegaan in typische Afrikaanse clubs, waar we genoten van allerlei Afrikaanse muziek. En we hebben een heel klein beetje gedanst, maar dat konden we van Senegalesen niet winnen.
Conclusie is wel dat onze trip naar Dakar ontzettend gaaf was. Senegal is leuk, het werken verliep zonder problemen, het eten is lekker, alles is te regelen, het is goedkoop en de zon schijnt! We zouden het zo opnieuw doen!